"Ik wil vooral laten zien wat wél kan"
Als militair is Daniël Knegt gewond geraakt en daardoor blind geworden. Zijn gezichtsvermogen is hij kwijt, maar niet zijn doorzettingsvermogen en passie voor sport. Door sport heeft hij zijn zelfvertrouwen en eigenwaarde teruggevonden. Daniël woont samen met zijn vriendin en is trotse vader van drie kinderen. Zijn droom in judo is de Paralympische Spelen van Parijs 2024 en daarmee het judo in Nederland beter op de kaart te krijgen voor blinden en slechtzienden.
Wij spraken Daniël over zijn judocarrière, het belang van Fond voor Talenten met een Visuele Beperking en natuurlijk zijn toekomstplannen.
Kun je ons wat vertellen over je judocarrière en hoe je betrokken raakte bij de sport?
“Op latere leeftijd werd ik mijn blind en raakte ik het plezier in sport kwijt. Om mijn plezier in het sporten terug te vinden ben ik begonnen met judo. Ik vind judo een ontzettend leuke training, het spelletje is leuk. Nadat ik was begonnen met judo, werd ik vrijwel snel gevraagd om wedstrijden te doen. En van het een kwam het ander...”
Wat betekent judo, of sport in het algemeen, vandaag de dag voor jou?
“Ik was jong en onbevangen en ik kon letterlijk de hele wereld aan. Ik zat bij het elite korps van het leger. Uitzendingen gedraaid, en toen raakte ik gewond waardoor ik slechtziend werd. Dan merk je wel hoe belangrijk sport kan zijn. Sport is wel mijn redding geweest.”
“Sport is niet alleen je eigen doelen en ambities. Je moet ook een dosis geluk hebben, en het verbindt ook mensen. Je komt met mensen in aanraking die je anders nooit ergens zou tegenkomen. Daar heb ik heel veel netwerk uitgehaald. Naast judo heb ik ook mijn eigen onderneming met sporttherapie. Dat is ook gaan groeien door het sporten. Ook dat brengt je, een maatschappelijk aspect.”
Volgend jaar Parijs. Dat zou natuurlijk waanzinnig zijn.
“Het is een beetje de stip op de horizon. Voor sporters is de Olympische / Paralympische Spelen super bijzonder. Maar aan de andere kant zie ik het ook als een gewone wedstrijd. Ik weet ook pas een paar weken van tevoren of ik mag deelnemen in Parijs. Volgens mij mag de top 8 naar Parijs. Voor mij is het nu belangrijk dat ik daarom alle wedstrijden kan doen om mij te kwalificeren.”
“Een nadeel is ook dat je veel onderweg bent, je moet vaak lang wachten, veel vliegen, hotels etc. En dan moet het in een paar seconden gebeuren. Dat is minder leuk.”
En toch blijf je gemotiveerd.
“Het enige wat ik niet leuk vind is het gedoe om het geld en sponsoring, dat soort dingen. Je moet de halve wereld rond en dat kost nou eenmaal veel geld. Financieel zitten daar wel wat belemmeringen. Om dat te regelen, dat kost gewoon heel veel tijd. Daar vergissen mensen zich vaak wel in.”
Kun je ons wat vertellen over de steun en begeleiding die je hebt ontvangen van coaches, familie en vrienden tijdens je reis in de judowereld?
“Judo is een sport die je natuurlijk niet alleen kan doen. Het is een sport op gevoel met veel fysiek contact. Je traint in een groep. Dat is wel een voordeel voor mij. Ik train ook gewoon regulier en dat maakt het nóg leuker. Je kan gewoon meedoen met de rest, wel met wat aanpassingen soms, maar dat werkt gewoon goed. Het belangrijkste is dat je goed uitlegt wat je wel en niet wilt, dat is ook een proces om in te groeien natuurlijk.”
En hoe zag dat proces eruit?
“Het is een proces wat je zelf moet doormaken, hoe je zelf met je beperking omgaat en presenteert. Humor vind ik altijd wel een goede. Alleen met humor heb ik ook geleerd dat je moet uitkijken dat mensen het niet gaan overnemen. Dat ze grappig gaan doen met jouw beperking. Tenminste dan moet je niet gaan lopen janken achteraf haha!”
Nick is jouw judo-buddy. Nick, wat leert het jou als je met Daniël judoot?
Nick: “Uiteindelijk leer ik ook veel meer technieken. Ik moet af en toe wat extra opletten bij de uitleg, om het daarna aan Daniël goed uit te kunnen leggen. Hij mist toch een deel. Ik moet het in één keer aan hem laten voelen, hoe de oefening werkt. Daarom is het voor hem handig dat er iemand bij is die extra op kan letten, zodat diegene het Daniël goed kan uitleggen. Verder is het gewoon normaal judo. Af en toe zitten we elkaar flink te pesten.”
Daniel: “De meesten zijn het ook wel gewend. Je hebt altijd jongens die vinden het spannend, maar de meesten weten wel hoe ze er mee om moeten gaan. Dat maakt het leuk.”
Het is dus eigenlijk een hele goede sport voor mensen met een visuele beperking?
Daniel: “Ja zeker! Daar probeer ik mij ook voor in te zetten. Dat we ook meer een soort breedtesport aan het opbouwen zijn. Er zijn honderden clubs aangesloten bij de judobond, dus er zit altijd wel een club in de buurt.”
“Daarnaast is judo ook een goedkope sport. Je betaalt je lidmaatschap, je hebt 1 of 2 judopakken nodig en misschien een paar slippers. Dat is het. Ook is de judo omgeving, de zaal, bij elke club altijd een beetje hetzelfde. Dus qua oriëntatie is dat ook super. Het is een veilige ruimte, letterlijk, een zachte vloer. Ik zie alleen maar voordelen. Het belangrijkste is dat leraren goed begeleid worden hierin.”
Je bent ambassadeur bij Fonds voor Talenten met een Visuele Beperking. Wat houdt dat in?
“Ik wel vooral laten zien wat wel kan. Wat kan je iemand met een beperking bieden die wilt gaan judoën? Het begint bij het opvoeden van de leraren, maar misschien ook vervoer regelen voor iemand. Ik wil dat daar meer aandacht voor is.”
“De breedtesport is namelijk ook belangrijk, niet alleen topsport. Hoewel ik eigenlijk vind dat iedereen die met een beperking sport, al aan topsport doet. Maar goed, iedereen moet mee kunnen doen. Er zitten nog zoveel kinderen met een visuele beperking thuis. Er moet meer ruimte komen voor sporten met een beperking. Of ze mee mogen doen, dat is vaak niet het probleem. Maar in een reguliere sportschool is vaak niet de juiste begeleiding of apparatuur. Een sportschool is er niet op ingericht om jouw beperking te kunnen begeleiden. Terwijl sport zo verweven is in onze maatschappij.”
“Ook helpt het de samenleving op breder gebied. Als je op jonge leeftijd al sport met mensen met een beperking, dan leer je al vroeg dat het helemaal niet zo spannend is. Dat helpt later ook mee op werkgebied.”
En nu? Wat is je droom? Wat zijn je toekomstplannen en doelen?
“Eerst maar eens Parijs. En daarna... Ik wil graag verhalen vertellen. Daarom is dit interview ook zo belangrijk. Ik wil laten zien dat het belangrijk is om hier aandacht aan te geven. Ik zou bijvoorbeeld wel een keer een groot congres willen organiseren, en dan met alle partijen om de tafel. Het belang van de sport voor mensen met een beperking bespreken, en aangeven wat we nodig hebben om dit te verwezenlijken. Er zijn heel veel kansen die nu niet benut worden. Dat vind ik zonde.
Fonds voor Talenten met een Visuele Beperking
Wil je meer weten over het Fonds voor Talenten met een Visuele Beperking? Klik dan hier!