Terug naar overzicht

Tussen de baantjes door: Een ontmoeting met zwemmers Rogier en Liesette

Dankzij het Fonds voor Talenten met een Visuele Beperking worden paralympiërs en talenten met een visuele beperking ondersteund in hun Road to Paris, Milaan & LA. Zodat zij hun droom kunnen realiseren. Bij het najagen van hun droom, inspireren en motiveren deze sporters anderen. En dat is zo belangrijk want de sportparticipatie van mensen met een visuele beperking blijft helaas nog altijd achter bij die van mensen zonder een beperking. Daar moet iets aan gebeuren! 

Rogier Dorsman en Liesette Bruinsma zwemmen allebei voor TeamNL. Naast hun fulltime trainingsprogramma zetten ze zich graag in om te laten zien hoe belangrijk het is dat sporten en bewegen voor iedereen toegankelijk is, ook voor mensen met een visuele beperking. Wij spraken Rogier en Liesette na een van hun zwemtrainingen in Amersfoort. 

Even kennismaken! 

Rogier is slechtziend en zwemt in de klasse S11. Hij is pas 24 jaar en won al drie keer goud op de Paralympische Spelen in Tokio. Rogier heeft inmiddels 22 medailles op zijn naam staan.  

Liesette is 23 jaar en komt uit Friesland. Ze was met vijf medailles de succesvolste TeamNL sporter op de Paralympische Spelen in Rio. Ook werd ze benoemd tot Paralympische Sporter van het jaar 2016. De zwemster is door de oogaandoening Leber vrijwel blind en daarom ingedeeld in de zwaarste klasse (S11). In deze klasse zwemt iedereen met een geblindeerde bril. 

Bij het Paralympische zwemmen zijn er 3 klasse voor slechtzienden:  

  • S13: Dit is de klasse voor slechtzienden 
  • S12: Dit is de klasse voor zeer slechtzienden 
  • S11: Dit is de klasse voor blinden en zeer, zeer slechtzienden 

Rogier, kan je iets vertellen over hoe je bent begonnen met zwemmen? 

Rogier: “Ik ben begonnen met zwemmen toen ik zes was, zoals iedereen bij het diploma zwemmen. Iemand van ZZ&PC De Devel heeft mij toen zien zwemmen en al snel werd ik gevraagd om te zwemmen bij de zwemvereniging in Zwijndrecht. De club waar ik nog steeds met veel plezier mijn wedstrijden zwem. Ik dacht waarom niet? En zo ben ik toen begonnen.” 

Had je toen al een visuele beperking? 

Nee toen zag ik nog alles. Ik had ook helemaal geen last van mijn ogen. Ik was dertien toen ik van de ene op de andere dag slechtziend werd. Mijn zicht ging erg snel achteruit. Dat merkte ik natuurlijk ook met zwemmen. Ik zwom steeds vaker tegen de kant en dat leidde zelfs tot meerdere gaten in mijn hoofd, omdat ik de kant niet goed meer kon zien.” 

Hoe ging je daar mee om? 

“Mijn moeder heeft toen een paar mailtjes gestuurd of er geen wedstrijd was waar blinden en slechtzienden aan mee konden doen. Ze wilde mij een beetje geruststellen dat ik wel gewoon nog kon blijven zwemmen.”  

“Via de KNZB raakte ik in contact met de bondscoach van het Paralympisch zwemmen, en die nodigde mij uit om naar Zeist te komen. Eenmaal daar gezwommen mocht ik elke 3 weken langskomen en trainen met de Junioren Jeugd Selectie, en later kwam ik in de Johan Cruijff Selectie. Mijn eerste internationale wedstrijd zwom ik met ZZ&PC De Devel in Denemarken. Ondertussen ben ik de hele wereld overgevlogen voor wedstrijden en trainingsstages.”  

Hoe belangrijk is het zwemmen voor jou? 

Ik kon ineens niet veel dingen meer doen door de achteruitgang van mijn zicht. Zwemmen is geweldig om energie op te laden of juist om mijn negatieve energie – van bijvoorbeeld ziekhuis uitslagen – kwijt te kunnen. Vooral in het begin was het een uitlaatklep.”  

“Ik kwam ook nog eens in een zwemteam, waar iedereen er 100% voor gaat. Het begint dan bij jezelf ook wel te kriebelen. Ik ben heel blij dat ik op deze manier van iets slechts iets heel goeds heb kunnen maken. Aan de ene kant gaat er een deurtje dicht omdat je een visuele beperking krijg, maar zonder die beperking had ik dit niet kunnen doen.”  

Je bent nog jong, hoe combineer je dit topsport-leven met school? 

 “Ik trainde met veel plezier in Zwijndrecht, bij mijn ouders om de hoek, en bij het Paralympisch team in Amersfoort. Sinds januari 2019 ben ik volledig in Amersfoort gaan trainen en train ik 20 uur per week in het water en circa 10 uur op het droge.” 

“Ik heb zwemmen altijd goed kunnen combineren met school. Ik zat op school bij Visio Onderwijs Rotterdam, een school voor blinden en slechtzienden. Ik zat hier 3,5 dag op school en verbleef 2,5 dag in Amersfoort om te trainen.” 

“Het is altijd best een logistieke opgave – Zwijndrecht, Rotterdam, Amersfoort... Maar ondanks dat mijn wereld compleet veranderde, ben ik niet bij de pakken neer gaan zitten.”  

“Nadat ik mijn Havo-diploma heb gehaald, begon ik aan de Johan Cruijff Academie gegaan. Toen werd het helemaal een wereldreis. Ik woonde in Rotterdam, studeerde in Amsterdam en ik zwom in Amersfoort. Het kostte erg veel energie om de hele tijd heen en weer te reizen. Ik deed alles gewoon met de trein.”  

“Ik begon dat studiejaar met twee ochtenden school. De rest van de week was ik aan het trainen in Amersfoort. Tijdens Corona heb ik de keuze gemaakt om het studeren even stop te zetten, en ben ik sindsdien fulltime aan het sporten. Het was te druk en het lukte mij niet meer om het beste uit mijn trainingen te halen.” 

Wat staat er voor komend jaar op de planning? De Spelen? 

“Het klinkt heel gek, maar ik heb al sinds de start van dit seizoen het gevoel dat het een mooi jaar gaat worden. Dat heb ik hiervoor nog nooit eerder gehad, dus dat belooft wat voor de Spelen haha!” 

Je hebt al een keer eerder aan de Spelen meegedaan. Hoe ging dat?  

“Ik was in Tokio, dat waren mijn eerste Spelen. Ik had toen nog helemaal geen verwachtingen. Natuurlijk is het wel het hoogst haalbare voor een Paralympisch sporter, maar toen had ik echt nog geen benul van hoe groot het is en hoe het is om met z’n allen in zo een Paralympisch dorp te zitten. Alle sensatie er omheen. Het enige wat we niet weten is hoe het met publiek is. Elke keer als ik er nu aan denk, of het er over heb, dan krijg ik een glimlach op mijn gezicht.” 

Ondertussen haakt Liesette ook aan bij het gesprek.
Liesette, hoe was dat voor jou? Jij zwemt al wat langer. 
 

Liesette: “Ik denk niet per se langer dan Rogier. Ik was alleen iets eerder bij de wereldtop. Ik mocht net iets eerder mee haha.” 

“Het is gewoon heel vet dat je iedere dag mag doen wat je leuk vindt. Dat je iedere dag mag verbeteren, en dat er dan ook een heel team voor je klaarstaat. Je hoeft het niet alleen te doen. We hebben een heel team met specialisten voor ons klaar staan die ons daarin helpen. Echt een privilege.” 

Hoeveelste Spelen is dit voor jou? 

“Het is wel echt bizar. Ik ben pas 23 en het is al mijn derde Spelen. Ik ben helemaal niet oud, maar ik heb al best wat meegemaakt voor mijn leeftijd.” 

Dat is zeker iets waar je trots op mag zijn. Blijft dat gevoel van de Spelen ook iedere keer hetzelfde? 

“Ik vind het vooral vet dat het deze keer weer met publiek is. Mijn ouders gaan normaal altijd mee. Zij konden er de vorige keer dan niet bij zijn vanwege Corona, dat vond ik heel jammer. Ik ben een familiemens, en ik kan het heel erg waarderen als iedereen mee kan.” 

Halen jullie veel steun uit je familie? 

Rogier: “Wij zijn de sporter, maar eigenlijk leeft je hele familie ook mee. Als wij thuiskomen, dan passen ze de planning erop aan. Het kan zo maar zijn dat ik 2-3 borden avondeten op zit te eten, omdat je energie moet tanken voor de volgende week. Dus niet alleen wij maar het hele gezin is eigenlijk topsport. Zeker als je thuis woont, dan is dat nog wat erger.” 

“Dan is het alleen maar mooi, dat als je op zo een eindtoernooi staat, dat je familie er is als support. Dat heb ik wel echt gemist in Tokio.” 

Liesette: “Hoewel dat ook wel heel mooi was. We waren als team toen wel dichter bij elkaar dan ooit tevoren. Het is natuurlijk een individuele sport, je steekt al je energie in je eigen race. Maar omdat er geen publiek was moedigden we elkaar aan. Het teamgevoel is daardoor wel versterkt.” 

Wat fijn dat jullie zoveel support ervaren vanuit jullie familie. Ik kan mij voorstellen dat dat onwijs belangrijk is.  

Liesette: “Ik denk dat topsport erg afhankelijk is van ouders. Die moeten zo gek zijn om mee te doen haha.” 

“Daarnaast moet een zwemvereniging natuurlijk ook zo goed mogelijk ondersteunen. Daar kan een vereniging ook subsidie voor aanvragen. Het is eigenlijk een hele toegankelijke sport. Toch is de poule met zwemmers met een visuele beperking de afgelopen jaren kleiner geworden. Het zijn er drie in Nederland, en dat zijn wij samen met Thomas van Wanrooij. Het is zo jammer. Er zijn zoveel slechtziende mensen in Nederland en dan zwemmen er maar 3 wedstrijden.” 

“Dit probleem is helaas niet alleen bij zwemmen. De aanwas van mensen met een visuele beperking is bij alle sporten heel klein. En of dat dan alleen op sportgebied zo is, of dat het gaat om de gehele participatie van visueel beperkten in de maatschappij. Dat weet ik niet zo goed. Er zijn in ieder geval genoeg mensen die op de bank zitten en niks doen. Tenminste, ze denken dan dat ze niks kunnen doen.” 

Rogier: “Het enige wat wij kunnen doen is heel erg ons best doen, veel medailles winnen en ervoor zorgen dat we vaak in het nieuws komen. Om maar te laten zien dat je het wel heel goed kan. En zo je verhaal delen en anderen motiveren.” 

Welke advies zou je willen geven aan jongeren met een visuele beperking die hun talenten willen ontwikkelen en nastreven?  

Rogier: “Het begint al thuis of op school. Op mijn school vroeger wisten er niet zoveel medestudenten van sport af. Af en toe kom ik nog steeds op die school om mijn verhaal te vertellen. In de hoop dat zij ook een sport gaan doen.” 

Liesette: “Dat je meer kan en niet alleen gehandicapt bent. Je kan zeggen: de gehandicapte Rogier óf Rogier met een handicap. Dat is best wel een verschil.” 

Rogier: “Op school leer je veel verschillende sporten, en kijk je wat je leuk vindt. Maar als je vanaf het begin al slechtziend bent, dan wil je helemaal niet gymmen. Of de docent vindt het lastig en weet niet wat ze er mee moeten. Maar juist op die momenten zorg je ervoor dat het sporten leuk is en dat ze het blijven doen. Probeer ze later nog maar eens op een sport te krijgen, en dan ook nog maar eens hopen dat ze zo goed worden dat ze de top behalen.” 

Liesette: “Daar willen we ons graag voor inzetten. Ik geef ook regelmatig presentaties op basisscholen om kinderen te inspireren en aan te zetten om te sporten. Daarnaast zet ik mij in dat er een blindentribune komt bij het EK Zwemmen in Eindhoven. Ik zou mij nog veel meer willen inzetten, maar de beschikbare tijd is helaas beperkt. Het belangrijkste wat wij voor nu kunnen doen is heel hard zwemmen en ons verhaal bekend maken aan heel Nederland.” 

En wat is jullie droom voor volgend jaar? 

Liesette: “Goud winnen natuurlijk! Maar ook gewoon om op de Spelen te staan en daarvan te kunnen genieten.” 

Rogier: “Het is één doel - je gaat altijd voor goud. Dan ben je de beste. Wat wil je nog meer als je er zoveel uren in stopt? Maar als je een fantastische race neer zet, en je wordt tweede, dan is het ook al mooi. Maar goed, ik win liever goud met een kut tijd, dan een goede tijd en tweede haha!” 

Deel deze pagina