Hoog commitment van 45-plussers om meer te gaan sporten bij een sportclub
Kantar Public heeft in maart en april van 2022 in opdracht van NOC*NSF onderzoek gedaan naar het sportgedrag in Nederland. Dit onderzoek telde voor beide maanden meer dan 6000 respondenten (leeftijd van 5 tot 80-jarigen). Aan de respondenten zijn vragen gesteld over commitment, drijfveren, drempels, beweeggedrag en personen die inspireren om te sporten bij een sportclub. Voor inzicht in toekomstig sportgedrag is uitsluitend ‘intentie’ een onbetrouwbare graadmeter: wat iemand zegt en doet is niet hetzelfde. Daarom is binnen het onderzoek gekeken naar ‘commitment’. Dat een optelsom is van intentie x moeilijkheidsgraad x persoonlijke belang om 1 x per week te gaan sporten bij een sportclub. Er zijn grofweg 3 groepen: die met weinig (26%) en veel (53%) commitment. De groep met een gemiddeld commitment bestaande uit ‘twijfelaars’ en ‘volgers’, bedraagt 20% en heeft veel potentie voor verenigingen. In de leeftijdscategorie 19-44 jaar is deze groep met 27% het grootst. Onderliggende drempels voor hen zijn andere hobby’s en weinig tijd. Belangrijke drijfveren om deze groep positief te bewegen zijn hulp in routine, gezond worden, hoofd leeg maken en fit voelen. Hierop goed inspelen is van belang.
Wat eveneens blijkt is dat het niveau van de sportdeelname vóór de coronacrisis hoger lag. Laten we in meer detail gaan kijken naar enkele resultaten van dit gedragsonderzoek binnen leeftijdsgroepen en de sociale impact hiervan.
Bij de leeftijdscategorie 45+ ligt een kans om mensen (weer) wekelijks aan het sporten te krijgen bij een sportclub
Uit het onderzoek blijkt dat 50% van de wekelijkse sporters van 45+ een hoog commitment heeft om (weer) wekelijks te gaan sporten bij een sportclub. En 23% van de niet-sportende 65-plussers een hoog commitment heeft om (weer) wekelijks te gaan sporten bij een sportclub. Een hogere participatie in de sport van de 45-plussers zal er dus voor zorgen dat ouderen fitter blijven en meer sociale contacten houden. Deze sociale contacten zullen ook bijdragen aan het verminderen van de eenzaamheid onder ouderen. Dit alles zal vervolgens weer bijdragen aan een hogere vitaliteit in onze samenleving. Al met al een enorme kans om deze groep te verbinden met de juiste interventies.
Bij de jeugd (13-18 jaar) vindt een belangrijke negatieve verschuiving plaats in sportcommitment bij sportclubs
Het onderzoek toont aan dat het commitment om te blijven en te gaan sporten lager ligt bij 13-18-jarigen dan bij jonge kinderen. Redenen die hiervoor gegeven worden zijn dat de kinderen sporten niet (meer) leuk vinden of dat ze niemand hebben om mee te sporten. Dit is problematisch aangezien een lage sportparticipatie bij deze leeftijdsgroep ervoor kan zorgen dat ze op latere leeftijd minder snel weer gaan beginnen met sporten. Dit kan op latere leeftijd lijden tot een slechtere gezondheid, grotere kans op hart- en vaatziekten, minder sociale contacten en ook een slechtere mentale gezondheid.
Niet-sportende kinderen (5-12 jaar) komen relatief vaker uit een lagere sociale klasse
Van de 5 tot 12-jarigen komt in totaal 12% uit een lagere sociale klasse. Zij zijn relatief vaker niet-sporter (28%), dan dat ze wekelijkse sporter zijn (10%). De reden dat deze kinderen relatief minder sporten is vaak omdat de ouders hier de financiële middelen niet voor hebben. Sporten op jonge leeftijd is belangrijk voor de ontwikkeling van het kind. Tijdens het sporten leren ze belangrijke vaardigheden en life-skills die ze leren omgaan met bijvoorbeeld moeilijke situaties in het leven. Dit kan het kind hen helpen hier laten in zijn/haar leven beter mee om te gaan. Naast dat sport vooral leuk is en plezier en ontspanning geeft, heeft en andere pluspunten. Op emotioneel gebied heeft het een bewezen effect op mentaal welbevinden en gevoel van eigenwaarde. Wat betreft karaktervorming heeft sport een positieve invloed op assertiviteit, zelfbeheersing, veerkracht, omgaan met tegenslagen, samenspel en sociale vaardigheden.